XH5YEGFGFSGFGSFIn de voortplantingstijd zetten de mannetjes een territorium af dat wordt verdedigd tegen andere mannetjes Kameleons zijn agressief tegen andere kameleons: ze verjagen zowel soortgenoten als exemplaren van andere soorten. De vijandigheden beperken zich meestal tot imponeren, waarbij de dieren elkaar niet verwonden maar proberen te overbluffen. Bij sommige soorten zoals de Oostafrikaanse driehoornkameleons hebben de mannetjes formidabele hoorns maar ze raken elkaar tijdens een concurrentiestrijd zelden aan.Van kleinere soorten zoals de dwergkameleon is wel beschreven dat de mannetjes fel op elkaar inbijten. Vooral in de paartijd vechten mannetjes net zo lang tot er één is uitgeput. Ook vrouwtjes kunnen agressief gedrag naar elkaar vertonen. Bij veel soorten zijn het de mannetjes die beter ontwikkelde kammen, hoorns of schedelvergroeiingen hebben, kenmerken die een rol spelen bij agressief gedrag.

Kameleons zijn in de regel eierleggend en begraven de eieren in ondiepe kuiltjes in de bodem. Het aantal eitjes verschilt sterk; van enkele tot vele tientallen. Soorten die slechts enkele eitjes leggen doen dit vaak meerdere keren per jaar. Omdat kameleons nogal stijf zijn kunnen ze hun eieren niet onder stenen of houtblokken leggen, zoals de meeste hagedissen wel doen. Soms verstoppen ze de eieren in holle bomen of boomstronken in zacht rottend hout De eieren hebben een perkamentachtige schaal. De embryonale ontwikkeling duurt relatief lang: enkele soorten kruipen na vier tot zes maanden uit het ei, van andere soorten is bekend dat de incubatietijd meer dan een jaar kan bedragen. Voor de ontwikkeling van het embryo is een hoge omgevingstemperatuur vereist. Die temperatuur verschilt wel enigszins van soort tot soort. De incubatietijd bij de Parsons kameleon, die leeft in het oosten van Madagaskar, is erg variabel, en loopt uiteen van 12 tot 24 maanden.

Een aantal kameleons legt geen eieren maar is eierlevendbarend. Dit zijn vooral de soorten die in wat koelere streken leven De jongen komen in een dun vliesje ter wereld, dat zij direct verlaten. Van de soort kameleon is beschreven dat de jongen in een vliesje worden geboren en hierbij vaak op de bodem vallen. In het vliesje bevindt zich aan de onderzijde een vloeistof die kennelijk dient als schokdemper bij het vallen

De juvenielen hebben vaak een andere kleur dan de ouders en missen nog de kenmerkende eigenschappen van de ouderdieren als uitstekende oorkwabben of hoorns. De jonge kameleons vertonen een sterk trekgedrag, zodat ze zich snel verspreiden. De jongen groeien relatief snel in vergelijking met andere hagedissen en zijn bij veel kleinere soorten binnen een jaar geslachtsrijp. Kameleons moeten regelmatig vervellen waarbij ze de oude huid afwerpen. Dit wordt ook wel deecdysis genoemd. Na een vervelling kan de nieuwe huid van de kameleon uitrekken, en zo wordt de hagedis groter. Kameleons vervellen net als andere hagedissen niet in één keer maar de huid laat in flarden los. Een pas vervelde kameleon heeft intensere kleuren dan een exemplaar dat bijna aan vervellen toe is.

De levensverwachting van een kameleon verschilt per soort. Kleinere soorten leven ongeveer één a twee jaar, veel soorten halen in het wild vijf tot tien jaar. De grootste soorten kunnen een leeftijd bereiken van meer dan tien jaar.